De VVD pleit voor snijden in de ontwikkelingssamenwerking, de hulp aan arme landen in de Derde Wereld. In tijden van economische krimp moet ook de steun aan de armen van de wereld krimpen. Het wordt steeds moeilijker om olie te winnen. De VVD wil investeren in boorplatforms en de exploitatie van teerzand, niet in waterputten en riolering in ontwikkelingslanden.
Voordat de mens fossiele brandstoffen, steenkool en aardolie ging gebruiken, was er geen ontwikkelingshulp. Er was handel met de Derde Wereld, waarbij de onderliggende partij werd uitgebuit en onderdrukt: kolonialisme.
Toen wij in Europa door het gebruik van steenkool en later aardolie welvarender werden, werden we ook socialer. Er werd riolering aangelegd, gezondheidszorg verbeterde en de leerplicht werd ingevoerd. Toen werd de ongelijkheid met de ontwikkelingslanden te groot. We ontwikkelden een besef van rechtvaardigheid, de white mans burden, we hebben de plicht om de armen te helpen, te ontwikkelen.
Lees het werk van Geert Mak er maar op na.
De afgelopen decennia hebben we een deel van onze welvaart besteed aan het helpen van de armen, de analfabeten, de onderontwikkelden. Nu onze welvaart instort, zullen we minder overhebben voor onze medemens in Afrika en Latijns-Amerika. Niet omdat we veranderen in harteloze egoïstische rekenaars. Maar omdat we onze levensstijl, gebaseerd op goedkope fossiele brandstof niet willen veranderen.
De afgelopen 10 jaar draaide onze economie op aardgasopbrengsten, op tweede hypotheken en stijgende huizenprijzen. De komende 10 jaar zullen we alleen nog profiteren van onze aardgas-export, maar ook daar zal een einde aan komen.
Er komt een dag dat Nederland meer aardgas importeert dan exporteert. En op die dag kunnen we ons geen ontwikkelingshulp meer veroorloven.
Cassandraclub 