Het Global Snow Lab van de Amerikaanse Rutgers Universiteit houdt bij hoeveel land van het Noordelijk Halfrond is bedekt met sneeuw.
In de afgelopen meimaand was het sneeuwdek kleiner dan het gemiddelde over de periode 1981-2010. In de grafiek hieronder wordt dat weergegeven door het rode balkje.
In de grafiek is goed te zien dat het sneeuwdek de afgelopen 10 meimaanden elke keer kleiner was dan het langjarig gemiddelde.
In mei 2014 was er 17 miljoen km² van het Noordelijk Halfrond bedekt met sneeuw. Het gemiddelde over de periode 1981-2010 bedraagt 19,02 miljoen km². In april 2014 was het door sneeuw bedekte oppervlak ook al kleiner dan het langjarig gemiddelde.
Op de website van het Canadian Cryospheric Information Network (CCIN) is ook een grafiek te vinden, die laat zien dat het door sneeuwbedekte oppervlak in mei 2014 min of meer gelijk was aan het gemiddelde over de periode 1998-2011. (hier).
Op de CCIN-website staat ook een grafiek, waarin (een schatting van) het sneeuwvolume op het Noordelijk Halfrond wordt weergegeven: het zogenaamde Snow Water Equivalent.
Op die grafiek, hieronder, zie je dat het sneeuwvolume op het Noordelijk Halfrond sinds augustus 2013, vrijwel onafgebroken groter is geweest dan het gemiddelde (+ één standaard-deviatie).
Half mei lag er nog een hoeveelheid sneeuw op het Noordelijk Halfrond, die overeenkomt met 1000 km³ (kubieke kilometer). Als je die 1000 km³ deelt door het oppervlak van 17 miljoen km², dat door het Global Snow Lab werd becijferd, dan kom je op een gemiddelde dikte van 5,9 cm.
De Nederlandse onderzoekers Bintanja en Selten publiceerden onlangs in het gezaghebbende wetenschappelijk tijdschrift Nature een artikel waarin zij verwachten dat de hoeveelheid sneeuwval op het Noordelijk Halfrond verder zal toenemen door het afsmelten van het zeeijs rond de Noordpool. De grafiek van het Snow Water Equivalent, van CCIN, ondersteunt deze theorie.
Mijn vriend Paradox schrijft op zijn weblog, Paradoxnl, ook over het dikker-dan-normale sneeuwdek op het Noordelijk Halfrond.