Als je kijkt naar de ontwikkeling van de afgelopen jaren zie je de binnenlandse consumptie (de zwarte lijn) gestaag stijgen.
De Saoedische export van aardolie, de groene balkjes, wordt steeds kleiner. Deze ontwikkeling vormt de basis voor het Export-Land-Model van Jeff Brown.
In 2030 gaat Saoedi-Arabië dus misschien olie importeren. Ze hebben de infrastructuur, havens en olieterminals al klaar. Maar waar gaan ze die olie vandaan halen? Uit Rusland? Uit de teerzanden in Canada? Uit Venezuela?
“My grandfather rode a camel, my father rode a camel, I drive a Mercedes, my son drives a Land Rover, his son will drive a Land Rover, but his son will ride a camel.”
“Mijn grootvader reed een kameel, mijn vader ook. Ik rijd in een Mercedes en mijn zoon in een Landrover. Mijn kleinzoon zal ook in een Landrover rijden, maar zijn zoon zal weer kameel rijden.”
Afgelopen week gaf een aantal Westerse landen onder leiding van het IEA 60 miljoen vaten ruwe olie vrij uit de strategische reserves.
Deze ingreep was bedoeld om de olieprijs omlaag te brengen en is te vergelijken met de Quantitative Easing-operatie van de Amerikaanse Federal Reserve.
Zoals de FED een enorme hoeveelheid krediet in de markt stortte en de Amerikaanse staatsleningen opkocht.
Zo kan het IEA de strategische reserves vrijgeven om de haperende economie tijdelijk een duwtje in de rug te geven.
Die 60 miljoen vaten komen overeen met de hoeveelheid olie, die Libië in 40 dagen exporteerde. Het effect op de olieprijs zal dus over 40 dagen uitgewerkt zijn.
Geen nood: het IEA kan besluiten tot een QEII en opnieuw olie vrijgeven uit de reserves. Maar dat trucje kan niet onbeperkt worden herhaald: op een gegeven moment zijn de reserves op.
Op de lange termijn zal de rust in Libië weerkeren en zal de olie weer gaan stromen. Maar dan zal de olieproduktie in de Noordzee (en Mexico en Indonesië en Nigeria enz.) weer verder zijn gedaald. Herstel van de produktie van Libië zal nauwelijks invloed hebben op de olieprijs.
Misschien loopt de Libische olie-export wel weer op tot 1,5 miljoen vaten per dag. Maar elke druppel daarvan zal onmiddelijk worden verbruikt door de wereldeconomie. Er zal niets overschieten om de strategische reserves weer aan te vullen.
Je bent van harte welkom cher Maxime, of mag ik amice zeggen?
Liever Maxime, mr. Al Naimi. Ik wil u namens het Nederlandse volk bedanken voor alle aardolie en u heel nederig vragen of u de komende jaren meer aardolie wilt produceren, zodat de olieprijs lager wordt. Dat zou heel goed zijn voor onze economie.
No can do, Maxime. We hebben lang genoeg die aardolie voor een spotprijsje verkocht. Sinds juni 2008 weten we precies wat de olieverslaafden van de wereld willen betalen. We gaan ervan uit dat we dat record dit jaar gaan breken.
Maar dat is hoogst onaangenaam, mr. Al Naimi. We missen de olie uit Libië en de produktie in de Noordzee loopt sneller terug dan we dachten.
Daar kan ik niets aan veranderen, Maxime. We zijn trouwens van plan minder olie te gaan exporteren, want mijn eigen volk eist dat we olie bewaren voor de volgende generaties.
Is het misschien een idee om minder olie te gaan gebruiken? Jullie zijn toch zo knap met die windmolens.
Er rijden veel te veel auto’s in uw kleine landje. En koop geen JSF-vliegtuigen, maar liever die onbemande Predators, die gebruiken veel minder brandstof.
Maar onze offshore-industrie en onze koninklijke Shell met al zijn knowhow kunnen Saoedi-Arabië toch helpen bij de oliewinning.
Nee, bedankt, na 40 jaar weten we heus zelf wel hoe we die olie moeten oppompen. Kom overeind en opsodemieteren. Over 10 minuten heb ik een afspraak met een Chinese delegatie.
In 2008, toen olie meer dan $100 per vat kostte, heeft Saoedi-Arabië olieproduktie niet noemenswaardig kunnen verhogen. En volgens de gelekte diplomatieke e-mails zijn de werkelijke oliereserves van Saoedi-Arabië 40% lager dan de Arabieren beweren. Sommige deskundigen denken dat Saoedi-Arabië de produktie helemaal niet kan verhogen.
In onderstaand clipje legt Chris Nelder (aan Jim Puplava) de gevolgen van deze beperking voor de wereldeconomie uit.
Kernwoorden uit Nelders verhaal: – zero-sum-world: wat een land meer gebruikt zal een ander land tekortkomen – energy-illiteracy: energie-analfabetisme – maar weinig mensen beseffen hoe belangrijk aardolie (of goedkope energie) voor onze wereld is geworden.
Kan de hoge olieprijs een nieuwe recessie veroorzaken?
Deel 2 van Chris Nelders verhaal:
Volgens Nelder is inzetten van de strategische oliereserves zinloos, want dat helpt slechts tijdelijk en houdt de status quo, de olie-afhankelijkheid in stand.
De enige oplossing is structureel minder kilometers maken en snel overschakelen op alternatieven.
Het wegvallen van de Libische olieproduktie (die niet door Saoedi-Arabië kon worden opgevangen) zorgde al voor een fikse prijsstijging. Als de olieproduktie in Saoedi-Arabië zelf in het geding komt, zullen de gevolgen nog groter zijn.
A.s. vrijdag 11 maart is er een ‘dag van woede’ aangekondigd. De wereld wacht af hoeveel demonstranten er de straat op zullen gaan en hoe de regering er mee om zal gaan. De regering heeft alvast een demonstratieverbod afgekondigd.
De olieprijs zal nog wel wat verder oplopen deze week.
De laatste Wikileaks-episode gaat o.a. over de inzichten van Sadad al-Husseini, voormalig directielid van oliemaatschappij Saudi Aramco en een toonaagevende geoloog, die tussen 1986 en 2004 in Saoedi-Arabië naar nieuwe olievelden zocht. In november 2007 ontmoette hij de consul-generaal, toen Saudi-Aramco halverwege een investeringsprogramma van $50 miljard was. Het doel van dat programma was het opkrikken van de olieproduktie van 9,5 miljoen vaten per dag in 2007 tot 12,5 miljoen in 2009. Al-Husseini vertelde toen al dat 12,5 miljoen vaten per dag nooit gehaald konden worden. Heel misschien zou men in de komende 10 jaar op 12 miljoen vaten per dag komen, maar lang voor die dag zou de wereld peakoil, de maximale wereldolieproduktie passeren. En omdat de vraag uit China en India voorlopig zal blijven stijgen zal de olieprijs omhoog gaan. Hij vertelde de Amerikanen dat de Saoedi’s niet te hulp zullen komen. De oliesjeiks hebben hun reserves opzettelijk overdreven om buitenlandse investeerders aan te trekken.
In 2009 produceerde Saoedi-Arabië 9,7 milj. vaten per dag en men beweerde nog 4 milj. vaten/dag aan reservecapaciteit te kunnen inzetten.
De veelbesproken spare-capacity, die Saoedi-Arabië achter de hand houdt als de prijs te hoog zou oplopen. Veel oliedeskundigen twijfelen of die reservecapaciteit wel bestaat. Uit de wikileaks-cables blijkt dat ze gelijk hebben.
Al-Husseini heeft zijn sombere voorspelling al vaak geuit in de media, bijv. een interview met ASPO (Association for the Study of Peak Oil). Daarom is het interessant of de Amerikaanse diplomaten hem vertrouwen.
In een wikileaks-cable staat:
“Al-Husseini is no doomsday theorist,” the cable concludes. “His pedigree, experience and outlook demand that his predictions be thoughtfully considered.”
Al-Husseini is geen onheilsprofeet: zijn achtergrond, ervaring en positie dwingen ons om zijn voorspellingen serieus te nemen.
Zeven maanden later in juni 2008, volgde nog een ambtsbericht:
op ons kantor vragen we ons af hoeveel invloed de Saoedi’s eigenlijk hebben op de lange-termijn-prijsontwikkeling. Ze kunnen de prijs eenvoudigweg verhogen (door minder te produceren), maar we denken dat ze niet langer in staat zijn de prijs langere tijd omlaag te krijgen.
Dit zal je nooit horen van functionarissen van de Amerikaanse regering. Maar als het klopt, dan is het een schokkende conclusie die de hele wereldeconomie op de grondvesten zal doen schudden. Maar heeft Al-Husseini gelijk?
In oktober 2007 vertelde hij de Amerikanen, dat hij vond dat er te weinig gekwalificeerd personeel en te weinig mankacht was om de Saoedische productie te verhogen. In september 2007 had de ambassade al een bericht gestuurd over tekort aan materiaal, gekwalificeerde medewerkers en infrastructuur. Men nam zelfs personeel aan met vervalste diploma’s.
In juni 2008 volgde een ambtsbericht over vertragingen in projecten en ongelukken. De Saoedi’s moesten alle zeilen bijzetten om de produktie op peil te houden, om de afname van oude bronnen te compenseren door nieuwe olievelden.
De Amerikanen in Riyadh zeiden niet dat de peakoil-profeten gelijk hadden, maar volgens hen had Saudi-Aramco de handen vol.
Peakoil is geen theorie, het is onvermijdelijk: olie is een eindige grondstof. Het draait nu om het tijdstip. In één van de ‘cables’ laat men Al Husseini zeggen dat de olieproduktie na de piek nog 15 jaar op een constant niveau gehandhaafd kan worden. Andere deskundigen denken dat de produktie kort na de piek zal gaan dalen en de snelheid van die daling zal lijken op een vrije val.
In een YouTube-interview (uit 2009) zegt Al Husseini dat er binnen 2 of 3 jaar een tekort zal optreden – dat is in 2011. Daarna zegt hij: ‘op de lange termijn is de situatie veel erger.’
Er staat veel op het spel bij het aardolie-vraagstuk, ook als je het P-woord niet uitspreekt. Amerikaanse diplomaten in het hol van de leeuw (Saoedi-Arabië) waarschuwen de regering in Washington voor hetzelfde probleem waarvoor Captains of Industry ook al waarschuwen. We sukkelen in slaap achter het stuur: we zijn ons niet bewust van een grote bedreiging voor de wereldeconomie, minstens net zo erg als de kredietcrisis, maar waarschijnlijk nog erger.