Over de periode 1981-2010 was er in de maand januari gemiddeld 46,9 miljoen km² van het Noordelijk Halfrond bedekt door sneeuw. Dat blijkt uit de cijfers van het Amerikaanse Global Snow Lab.
In januari 2017 was de sneeuwbedekking in de maand januari voor de zesde keer sinds januari 2010 bovengemiddeld: 49,18 km².
Alleen in januari 2014 bleef de sneeuwbedekking beneden het langjarig gemiddelde van 46,9 miljoen km².
In de grafiek hieronder heb ik de sneeuwbedekking van het Noordeljk Halfrond in januari sinds 1980 uitgezet.
De dikke doorgetrokken lijn geeft het voortschrijdend gemiddelde aan over 10 jaar. Het is duidelijk te zien dat de sneeuwbedekking geeidelijk aan toeneemt.
Als mogelijk oorzaak van de toename kun je denken aan het verdwijnen van het zeeijs in de Noordelijke IJszee. Er zal meer water verdampen uit het open water dan uit uit het zeeijs.
Verschillende wetenschappers hebben daar al over gepubliceerd. Zie dit artikel uit 2012. Andere wetenschappers vonden dat de afname van het zeeijs in het Noordpoolgebied in het verleden (het midden-Holoceen)leidde tot een toename van de sneeuwval op Groenland.
Het Deens Meteorologisch Instituut (DMI) houdt bij hoeveel sneeuw er iedere winter op Groenland valt. En in deze winter is er veel meer sneeuw gevallen dan in andere jaren. In onderstaande grafiek van de Surface Mass Balance wordt de toename van de ijsmassa op Groenland weergegeven. De toename van deze winter wordt aangegeven met de donkerblauwe lijn.
Het lijkt erop dat de geschiedenis zich herhaalt en dat we nu zien optreden wat er in het midden-Holoceen gebeurde.