In de periode 1950 tot 2000 was de activiteit van de Zon, gemeten in het aantal zonnevlekken, vrij hoog. Zeker in vergelijking met de periode 1500 – 1800.
De periode tussen 1950 en 2000 wordt door zonne-onderzoekers ook wel het Moderne Maximum genoemd.
De lage zonneactiviteit in de periode 1600-1750 wordt het Maunder-minimum genoemd en in die periode was het klimaat op Aarde kouder. Klimatologen noemen die periode de Kleine IJstijd.
Ook het Dalton-minimum tussen 1800 en 1850 viel samen met een koude periode.
Er zijn klimatologen, die een verband zien tussen lage zonne-activiteit (weinig zonnevlekken) en afkoeling op Aarde. De Deen Svensmark heeft zelfs een theorie over het onderliggende mechanisme.
Svensmark denkt dat een verzwakt magneetveld van de Zon ervoor zorgt dat er meer kosmische straling doordringt in de atmosfeer van de Aarde. Die kosmische straling zou een kleine maar meetbare invloed hebben op de hoeveelheid lage bewolking in de atmosfeer. Bij meer kosmische straling ontstaan meer condensatiekernen en ontstaan er meer wolken.
Door een kleine toename in de hoeveelheid bewolking wordt er iets meer zonlicht weerkaatst en daardoor koelt het langzaam af. Dit effect zal pas op lange termijn merkbaar worden door de bufferende werking van de oceanen.
Zonnecyclus 24
De laatste jaren zijn er weinig zonnevlekken en is het magneetveld van de Zon zwakker geworden. Dat is te merken aan de hoeveelheid kosmische straling, die het aardoppervlak bereikt.
In het Finse Oulu wordt de kosmische straling, die het aardoppervlak bereikt gemeten.
Hieronder een grafiek van de metingen sinds 1965: om een vloeiende curve te kunnen maken heb ik het voortschrijdend gemiddelde over 5 jaar berekend.
Sinds het jaar 2000 stijgt de curve snel. Over de gehele periode is een stijgende trend waar te nemen.
Als je het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 10 jaar berekend, krijg je het plaatje hieronder.
In de periode 1975-2000 was de kosmische straling gemiddeld vrij laag. In die periode warmde het klimaat sterk op. In de laatste 10 jaar is de kosmische straling verhoogd en pauzeert de opwarming van het klimaat. Dit zou erop kunnen wijzen dat de theorie van Svensmark klopt.