Tien jaar geleden leek het alsof Brazilië een rijk en welvarend land zou worden. Er werd olie gevonden in het Santos-bekken voor de Braziliaanse kust. En bij de hoge olieprijs zou er een stortvloed aan oliedollars naar Brazilië komen.
Maar het zat allemaal een beetje tegen. Er moesten miljarden geleend worden om de olie uit de diepzee naar boven te halen. Politici bleken corrupt en de overheid stak miljarden aan belastinggeld in prestigieuze projecten zoals het WK voetbal en de Olympische Spelen.
En tot overmaat van ramp zakte de olieprijs in tot onder het nivo van 2006.
De Braziliaanse olieproduktie steeg wel in de afgelopen jaren. Van ongeveer 2 miljoen vaten per dag in 2010 tot zo’n 2,4 miljoen vaten per dag in het afgelopen jaar.
De cijfers zijn afkomstig uit de JODI-database.
De deskundigen van het International Energy Agency (IEA) dachten in 2013 dat de Braziliaanse olieproduktie zou stijgen tot 4 miljoen vaten per dag in 2020 en tot 5 miljoen vaten per dag in 2025.
Ik acht het onwaarschijnlijk dat die prognose zal uitkomen.
Over de afgelopen twee jaar is de Braziliaanse export van aardolie geleidelijk gestegen. Maar het binnenlands aardolieverbruik is juist aan het dalen. In de grafiek hieronder heb ik de olie-export (de blauwe lijn) en het verbruik van Braziliaanse raffinaderijen (de groen lijn) weergegeven.
Van de 2,4 miljoen vaten per dag, die met veel pijn en moeite gewonnen worden, verdwijnen de laatste maanden 0,8 miljoen vaten naar het buitenland. En dan blijven er minder vaten dan vorig jaar overvoor de Braziliaanse raffinaderijen.
Het lijkt erop dat Brazilië net als Nigeria en Angola en Libië de olie uit de aardkorst haalt voor klanten in Westerse landen en niet om zelf te gebruiken.