Aardolie is weer goedkoop geworden. De prijs voor een vat schommelt tussen de 50 en 60 dollar, net als in 2005 en 2006. Er wordt momenteel meer aardolie gewonnen dan de wereldeconomie nodig heeft. Olieproducenten geven grote kortingen aan hun afnemers. Je hoort bijna niemand meer waarschuwen voor peakoil en dat we moeten afkicken van onze aardolie-verslaving.
De cijfers van het CBS laten echter duidelijk zien dat wij in Nederland minder aardolie gebruiken dan voor de kredietcrisis. In 2014 importeerde Nederland 55 miljoen ton aardolie, net zoveel als in 1993.
de doorgetrokken zwarte lijn in de grafiek is het voortschrijdend gemiddelde over 3 jaar
Het afkicken van onze olieverslaving is al begonnen, ook al merken we daar weinig van. We verbruiken net zoveel aardolie als 20 jaar geleden en toch rijden er meer auto’s rond in Nederland. In 2014 stegen er in Nederland meer volgetankte vliegtuigen op dan ooit tevoren, dus de luchtvaartsector verbruikt juist meer aardolie dan in 1993. Dat betekent dat er in andere sectoren minder aardolie wordt verbruikt.
Er wordt steeds minder olie gestookt voor verwarming en elektriciteitsopwekking (aggregaten). De auto’s zijn een stuk zuiniger dan 20 jaar geleden en gemiddeld rijden ze wat minder kilometers per jaar. Er wordt veel minder gebouwd dan 20 jaar geleden en dus ook minder aardolie en aardolieprodukten verbruikt door die sector.
Het aardolieverbruik kan weer stijgen als we weer in inefficiënte auto’s gaan rijden of als de bouwnijverheid weer terugkomt op et nivo van de jaren ’90.
Persoonlijk denk ik dat het Nederlandse aardolieverbruik, ondanks de lage olieprijs, geleidelijk zal blijven dalen. In de periode tussen 2007 en 2014 met een hoge olieprijs, zijn economische veranderingen en hervormingen in gang gezet, die het komende decennium nog zullen doorwerken. De krimp in de bouwsector, het dalen van de koopkracht, het zuiniger worden van auto’s en vliegtuigen. Deze ontwikkelingen zullen niet meer worden teruggedraaid.