Groene auto’s

Er komen steeds meer groene auto’s. De overheid subsidieert groene auto’s. Op TV zie je reclamespotjes voor groene auto’s met ijsberen en pinguins.
Niet omdat we groen een mooie kleur vinden.
Groen is gewoon beter voor het milieu en het klimaat.

Een groene auto is op zijn groenst als-ie stil staat.
Zodra hij begint te rijden verliest-ie zijn groene glans. Maakt niet uit of hij diesel, bioethanol, benzine of elektriciteit verbruikt. Het blijft een enorme verspilling van energie om die bak metaal van 800 of 1000 kg. van A naar B te verplaatsen. Je gaat dat pas echt beseffen als je je auto eens één kilometer hebt moeten duwen.
Flutsmoesjes over duurzame biobrandstof of duurzaam opgewekte energie veranderen daar niets aan. Dat is gerommel in de marge. Als je die auto niet gekocht had, was de wereld er veel beter aan toe geweest.

Als je een groene auto koopt, word je gelijk een stuk dommer. Maakt niet uit welk merk je koopt. Je denkt dat je goed bezig bent, maar je bent erin getrapt. In de groene auto rijd je ook nog een extra rondje door de wijk op zoek naar een parkeerplaats zo dicht mogelijk bij je voordeur. Een groene auto parkeren kost meer tijd en energie dan een fiets wegzetten.

Groene auto’s zijn alleen aan de buitenkant groen. Van binnen zijn alle auto’s hetzelfde.Uiteindelijk raken benzine en groene verf op.
Uiteindelijk heeft de mens van die mooie gespierde benen om te lopen.