Tijdens de Ebola-crisis in Liberia, van augustus 2014 tot november 2014 organiseerde palmolie-producent Golden Veroleum op het platteland bijeenkomsten waar dorpelingen onder druk werden gezet om pachtovereenkomsten te tekenen. Lokale stamhoofden en gezagsdragers woonden de bijeenkomsten bij en hielden een toeziend oog op de ondertekening van de documenten. Oppositie werd in de kiem gesmoord door intimidatie. Soms waren er ook gewapende politie-agenten aanwezig.
De slecht geïnformeerde en ongeletterde dorpelingen tekenden vaak een pachtovereenkomst voor land dat zij al decennialang bewerkten en verzorgden. Meestal onder druk van de lokale autoriteiten en meestal door middel van een vingerafdruk. De overeenkomsten geven Golden Veroleum, onderdeel van het Indonesische Golden Agri-Resources, het recht om 98 jaar lang het land te gebruiken voor palmolie-plantages. Totaal bezit Golden Veroleum nu pachtovereenkomsten voor 2600 km² vruchtbare grond in het zuidoosten van Liberia.
In Liberia is het bezit van grond niet duidelijk geregeld in de wet. De grond rond een dorpje wordt beschouwd als het gemeenschappelijk eigendom van de dorpelingen. Maar door de afgedwongen pachtovereenkomsten raakten naar schatting 41 duizend Liberianen hun landbouwgrond kwijt. De beloften van Golden Veroleum om als tegenprestatie scholen en ziekenhuizen te bouwen en wegen aan te leggen is het bedrijf nog niet nagekomen.
De organisatie Global Witness schreef een uitgebreid rapport over deze landroof. In dat rapport staat o.a. dat Golden Veroleum tijdens de Ebola-crisis veel meer bijeenkomsten organiseerde. Precies in de tijd toen kritische, hoogopgeleide Liberianen en Westerse hulpverleners de argeloze dorpelingen niet konden bijstaan en beschermen tegen de landroof.
In een artikel in de New York Times ontkent de directeur van Golden Veroleum, David Rothschild, die beschuldiging. De campagne was al in 2013 gepland en voorbereid, zegt hij.
Ook in andere Afrikaanse landen worden grote stukken landbouwgrond verpacht aan palmolieproducenten voor de aanleg van palmolieplantages. Of er worden bossen gekapt voor palmolieplantages.
In Europa wordt steeds meer palmolie ingevoerd; o.a. voor de produktie van biobrandstof.
Nederland importeert de laatste jaren tussen de 2 en 2,5 miljoen ton ruwe palmolie.
Omdat palmolie een grondstof is voor biobrandstof is de prijs van palmolie indirect gekoppeld aan de prijs van aardolie. In navolging van de olieprijsdaling, is ook palmolie afgelopen jaar 20% goedkoper geworden. Door deze prijsdaling is het zeer onwaarschijnlijk dat de Liberianen op het platteland ooit de vruchten zullen plukken van het verpachten van hun landbouwgrond.
Dit soort praktijken is gewoon neokolonialisme.
Zie verder: een soortgelijk verhaal van Friends of the Earth International
Het gaat maar door…
Pingback: Ebola-crisis misbruikt om land van Liberiaanse dorpelingen in te pikken – HumanPetCare